Kan sondevoeding, drinkvoeding of parenterale voeding met visolie worden gebruikt tijdens chemotherapie?

Dit hangt af van de chemotherapie die je krijgt. Bij Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin is ons advies om sondevoeding , drinkvoeding of parenterale voeding te kiezen die geen of weinig visolie, EPA en DHA bevat. Het gaat hierbij om de periode 24 uur vóór tot en met 24 uur ná toediening van de chemotherapie.
Ons advies
Bij vragen kan je diëtist uitleg geven over drinkvoeding, sondevoeding en parenterale voeding waar geen visolie aan is toegevoegd of die een normale hoeveelheid visvetzuren bevat.
Neem geen supplementen met visolie of medische voeding met hogere doseringen visolie 24 uur vóór tot en met 24 uur ná toediening van Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin.
Wat is visolie?
Visolie wordt gewonnen uit vis, en is verkrijgbaar als visoliesupplementen of wordt toegevoegd aan drinkvoeding, sondevoeding of parenterale voeding.
Het vet in visolie bestaat uit verschillende soorten vetzuren. EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur) zijn meervoudig onverzadigde vetzuren, ook wel bekend als twee van de omega 3-vetzuren. EPA en DHA komen vooral voor in vis en in schaal- en schelpdieren. ALA (alfa-linoleenzuur), het derde omega 3-vetzuur, vind je in plantaardige oliën, zoals lijnzaadolie en raapzaadolie. Omega-3-vetzuren beschermen tegen hart- en vaatziekten en passen in een gezond voedingspatroon.
De aanbeveling van de Gezondheidsraad is om 200 mg EPA en DHA uit vis te halen per dag. Deze aanbeveling wordt eenvoudig bereikt door één portie vette vis per week te eten.
PIFA’s (platinum-induced fatty acids) zijn vetzuren die ook in visolie zitten, maar die het lichaam ook zélf maakt uit visolie. De hoeveelheid PIFA’s hoeft niet wettelijk te worden vermeld op de verpakking van supplementen. Hierdoor is er geen controle op en is ook niet te zien hoeveel PIFA’s in visoliesupplementen, drinkvoeding, sondevoeding of parenterale voeding zitten.
Wat blijkt uit onderzoek?
Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar sondevoeding met visolie of EPA in combinatie met chemotherapie.
Onderzoekers hebben ontdekt dat bij muizen kankercellen minder gevoelig worden voor bepaalde soorten chemotherapie (Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin) door hoge concentraties van bepaalde vetzuren in het bloed: de PIFA’s. Deze muizen kregen een visoliesupplement waardoor de hoeveelheid PIFA’s in het bloed steeg. Resultaten uit dierproefonderzoek kunnen echter niet één op één worden vertaald naar de mens.
Het is niet bekend of en hoeveel PIFA’s in het lichaam worden gevormd op basis van sondevoeding met visolie. Er zijn wel studies die een gunstig effect vinden van de vetzuren EPA en DHA uit visolie op gewichtsbehoud, behoud van spiermassa en kwaliteit van leven tijdens de behandeling van kanker. Maar in die studies werd niet gekeken of visolie invloed heeft op hoe de volgende medicijnen werken: Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin.
Vette vis en visoliesupplementen
Als je gewoon eet, kun je vette vis eten wanneer je met chemotherapie wordt behandeld. Vette vis is een belangrijke bron van eiwit en energie. Een supplement met visolie wordt afgeraden 24 uur vóór tot en met 24 uur ná de toediening van de specifieke middelen Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin. Je leest er meer over in ons artikel Mag ik vette vis eten en visolie gebruiken bij chemotherapie?
Sondevoeding en visolie
Niet alle soorten sondevoeding bevatten visolie, maar er zijn soorten op de markt die grote hoeveelheden visolie bevatten. Als de hoeveelheid visolie in sondevoeding de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid visvetzuren (EPA en DHA) bevat dan is het doorgaan met deze sondevoeding geen probleem. Grote hoeveelheden visolie vormen mogelijk wel een risico voor het slechter werken van de chemotherapie (Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin).
Om het risico op het slechter werken van deze soorten chemotherapie te voorkomen, is het verstandig om sondevoeding met grote hoeveelheden visolie vanaf 24 uur vóór tot en met 24 uur ná toediening van de chemotherapie te stoppen en in plaats daarvan sondevoeding zonder of met weinig visolie te nemen. Overleg hierover met je arts of diëtist.
Als je twijfelt over welke sondevoeding je krijgt en of dit de juiste is, vraag dit dan na bij de diëtist of arts.
Drinkvoeding en visolie
Er zijn soorten drinkvoeding op de markt waar extra EPA en DHA aan is toegevoegd. Dit is EPA en DHA afkomstig uit vis. Het is onbekend hoeveel PIFA’s is deze drinkvoeding bevat. Om het risico op het slechter werken van Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum of Oxaliplatin te voorkomen, is het advies om drinkvoeding met grote hoeveelheden visolie niet te nemen vanaf 24 uur vóór tot en met 24 uur ná deze specifieke chemotherapieën.
Drinkvoeding waar geen of weinig visolie, EPA of DHA aan is toegevoegd kan altijd gelijktijdig met chemotherapie genomen worden.
Als je twijfelt over welke drinkvoeding je krijgt en of dit de juiste is, vraag dit dan na bij de diëtist of arts.
Parenterale voeding en visolie
Er zijn verschillende soorten parenterale voeding op de markt waaraan geen visolie is toegevoegd. In de periode vanaf 24 uur vóór tot en met 24 uur ná toediening van Irinotecan, Carboplatin, Cisplatinum en Oxaliplatin is het advies om van deze soorten gebruik te maken.
Bronnen
Dit artikel is bijgewerkt in juni 2023.
- Daenen, L. G., Cirkel, G. A., Houthuijzen, J. M., Gerrits, J., Oosterom, I., Roodhart, J. M., van Tinteren, H., Ishihara, K., Huitema, A. D., Verhoeven-Duif, N. M., & Voest, E. E. (2015). Increased Plasma Levels of Chemoresistance-Inducing Fatty Acid 16:4(n-3) After Consumption of Fish and Fish Oil. JAMA oncology, 1(3), 350–358. https://doi.org/10.1001/jamaoncol.2015.0388
- De van der Schueren, M. A. E., Laviano, A., Blanchard, H., Jourdan, M., Arends, J., & Baracos, V. E. (2018). Systematic review and meta-analysis of the evidence for oral nutritional intervention on nutritional and clinical outcomes during chemo(radio)therapy: current evidence and guidance for design of future trials. Annals of oncology : official journal of the European Society for Medical Oncology, 29(5), 1141–1153. https://doi.org/10.1093/annonc/mdy114
- Gezondheidsraad. Richtlijnen goede voeding 2015. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015; publicatienr. 2015/24.
- Houthuijzen, J. M., Oosterom, I., Hudson, B. D., Hirasawa, A., Daenen, L. G. M., McLean, C. M., Hansen, S. V. F., van Jaarsveld, M. T. M., Peeper, D. S., Jafari Sadatmand, S., Roodhart, J. M. L., van de Lest, C. H. A., Ulven, T., Ishihara, K., Milligan, G., & Voest, E. E. (2017). Fatty acid 16:4(n-3) stimulates a GPR120-induced signaling cascade in splenic macrophages to promote chemotherapy resistance. FASEB journal : official publication of the Federation of American Societies for Experimental Biology, 31(5), 2195–2209. https://doi.org/10.1096/fj.201601248R
- Murphy, R. A., Clandinin, M. T., Chu, Q. S., Arends, J., & Mazurak, V. C. (2013). A fishy conclusion regarding n-3 fatty acid supplementation in cancer patients. Clinical nutrition (Edinburgh, Scotland), 32(3), 466–467. https://doi.org/10.1016/j.clnu.2012.05.013
- Roodhart, J. M., Daenen, L. G., Stigter, E. C., Prins, H. J., Gerrits, J., Houthuijzen, J. M., Gerritsen, M. G., Schipper, H. S., Backer, M. J., van Amersfoort, M., Vermaat, J. S., Moerer, P., Ishihara, K., Kalkhoven, E., Beijnen, J. H., Derksen, P. W., Medema, R. H., Martens, A. C., Brenkman, A. B., & Voest, E. E. (2011). Mesenchymal stem cells induce resistance to chemotherapy through the release of platinum-induced fatty acids. Cancer cell, 20(3), 370–383. https://doi.org/10.1016/j.ccr.2011.08.010
- Van der Meij, B. S., Teleni, L., Stanislaus, A. E., Murphy, R. A., Robinson, L., Damaraju, V. L., Chu, Q., Sawyer, M. B., & Mazurak, V. (2020). Plasma levels of platinum-induced fatty acid [16:4n-3] do not affect response to platinum-based chemotherapy: A pilot study in non-small cell lung cancer patients. Clinical nutrition ESPEN, 40, 263–268. https://doi.org/10.1016/j.clnesp.2020.09.009
- Van der Meij, B. S., & Mazurak, V. C. (2020). Fish oil supplementation and maintaining muscle mass in chronic disease: state of the evidence. Current opinion in clinical nutrition and metabolic care, 23(3), 164–173. https://doi.org/10.1097/MCO.0000000000000648
Een samenwerking tussen