Je kunt één keer per week vette vis eten. Overleg met je behandelend arts of je supplementen met omega-3 kan gebruiken bij chemotherapie.
Omega 3-vetzuren zijn essentiële vetzuren. Dit betekent dat het lichaam ze nodig heeft. Je kunt ze niet zelf aanmaken. Je moet daarom omega 3-vetzuren via je eten binnenkrijgen. Omega 3-vetzuren helpen in het lichaam ontstekingen te verminderen. Het is daarom goed om één keer per week vette vis te eten.
De bekendste omega 3-vetzuren zijn alfa-linoleenzuur (ALA), eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA). ALA komt voor in raapzaad-, lijnzaad- en sojaolie en in walnoten. EPA en DHA komen voor in (vette) vis en worden ook wel visvetzuren genoemd. Daarnaast worden EPA en DHA soms toegevoegd aan margarine en brood. EPA wordt soms ook toegevoegd aan medische voeding, zoals drink- en sondevoeding. Daarnaast zijn er supplementen verkrijgbaar met visolie en/of DHA en EPA.
In vette vis zit meer dan 5% vet. Dit is bijvoorbeeld makreel, haring, heilbot, bokking, sardines en zalm. Magere vis heeft minder dan 5% vet. Voorbeelden van magere vis zijn alle soorten witvis: baars, zeeduivel, zeewolf, schar, tong, wijting, schelvis, koolvis en kabeljauw. Ook tonijn is een magere vis. Kibbeling of andere gefrituurde witvis vallen niet onder vette vis.